Malou Gorter: ‘Als je je best niet doet, is het gewoon stom’

Wat maakt het leven de moeite waard? Actrice Malou Gorter denkt van nature al veel na over de vraag wat het leven de moeite waard maakt. „Vooral als het over mijn werk gaat. Ik wil me engageren met wat ik aan het doen ben.”

Foto Lars van den Brink

Het gesprek is nog amper begonnen, en het gaat al over de overgang. Buiten is het warm want gevoelsmatig is de zomer deze week begonnen. De interviewer komt net aan en is rood aangelopen vanwege de niet zo soepele reis met het openbaar vervoer naar de Spaarndammerstraat in Amsterdam. „Je bent nog niet in de overgang toch”, vraagt Malou Gorter (54), een ervaren toneelactrice die ook steeds meer voor tv en film doet. Ze zit op het terras van een koffiezaak in de buurt van haar woonboot. In de Nederlandse hitserie Oogappels over ouders en hun pubers speelt ze Merel, een woedende officier van justitie in die menopauze.

En Gorter, heeft zij last van de overgang? „Ik geloof het niet – zeg ik terwijl ik zwetend mijn koffie drink.” Ze lacht: nee hoor, af en toe een beetje warm alleen, verder niks. Geen hevige opvliegers, geen buitengewone woedeaanvallen. „Maar misschien weet je het ook niet als je er middenin zit, kun je het achteraf pas helder zien.”

Ze was als kind en jongvolwassene best bozig en driftig, vertelt ze, maar met de jaren is ze juist veel milder geworden. Mensen kunnen haar niet snel tot wanhoop meer drijven. „Iedereen is op zijn manier slachtoffer van het leven, besef ik steeds meer.” Ze lacht. „Dat klinkt wel zwaar, maar het is waar: ieder mens is een pakket van wat die heeft meegemaakt.”

In het pakket des levens van Malou Gorter zit onder meer het vroeg overlijden van haar vader, toen zij zeven was. Haar moeder, vertelt ze, begon daarna veel te drinken en te feesten. „Ik praat minder graag over haar in interviews omdat ik merk dat het verhaal over haar in tekst vaak platgeslagen wordt. Het plaatje is dan niet vierdimensionaal.”

Want hoewel haar moeder er niet altijd was, was ze er vaak heel erg wél. Ze is de reden dat Malou verliefd werd op het theater, doordat ze haar veel meenam. „Ze was een geweldige denker. Ze kon heel lief zijn. Mijn empathie heb ik denk ik van haar. Ze kon hard overkomen, maar als ik met haar in de auto zat en een andere weggebruiker voor eikel uitschold omdat-ie toeterde of zo, zei zij: misschien is zijn vrouw wel aan het bevallen. Zij bekeek de dingen altijd van de andere kant. Zij kon ons heel erg in onze waarde laten – mijn moeder was een soort godin voor mij. Kinderen zijn onuitputtelijk loyaal naar hun ouders. Het zijn de enige mensen die er zijn, eigenlijk. Mijn moeder was ongelukkig, maar hield wel van ons.”

Gorters moeder is vijf jaar geleden na een ziekbed overleden. „Ik weet nog dat ze de steiger bij onze boot een keer op kwam lopen. Heel kort grijs haar. Een lasbril en een leren jackie. Toen renden de kinderen op haar af. Dat is nou jullie oma, dacht ik toen, wat bijzonder. Een heel autonoom iemand.”

Ben jij empathisch?

„Ja, ik heb dat wel in me. En dat komt denk ik ook doordat ik opgegroeid ben in een situatie waarin heel veel verdriet voorkwam. En waarin ik enorm moest schipperen en moest zorgen dat het goed kwam.”

IK HEB DE LEUKSTE KINDEREN, IK WOON HEEL MOOI, IK HEB EEN HELE LEUKE MAN. MAAR IK BEN TOCH ONRUSTIG

Malou Gorter is een gemakkelijke gesprekspartner. Ze praat zonder blad voor haar mond en is geïnteresseerd. „Ik ben een open boek”, zegt ze. „De gebeurtenissen uit mijn jeugd hebben mij gevormd. Anders was ik niet geweest wie ik nu ben. Ik kan me goed aanpassen aan de sfeer. Ik ben een harmonieus persoon. Dat heb ik in die tijd denk ik geleerd. Sommige mensen die maken de sfeer, maar ik ga erin op.”

Foto Lars van den Brink

We zijn op „het bootje van Malou” gestapt. Dat is de metafoor die zij gebruikt om uit te leggen hoe ze in het leven staat. „Als er een bootje voorbijvaart, stap ik erop en ga ik lekker zitten.” Op dat bootje is de sfeer gemoedelijk en Gorter welwillend. „Je hebt mensen die de boot aan zien komen en zeggen: wat is dat voor iets, hoezo moet ik mee? Die alles meteen kritisch bevragen. Dat ben ik niet. Ik vaar sowieso mee. En later kan ik dan denken: maar ik wilde het helemaal niet.”

Ze heeft zich voorgenomen om pragmatischer te worden, zegt ze, minder meegaand. Bijvoorbeeld als voorzitter van ACT, een organisatie voor acteursbelangen. „Soms denk ik aan het einde van een ontmoeting met belangenorganisaties: maar daar zijn de acteurs helemaal niet bij gebaat. Vroeger vond ik het eng en onaardig als mensen zich direct uitspraken en heel pragmatisch waren. Daarin ben ik veranderd. Nu vind ik het heel overzichtelijk.”

Malou Gorter is Fonkelend van woede aan het lezen, vertelt ze. Een boek van Soraya Chemaly, over boze vrouwen. „De auteur begint met een verhaal over haar moeder, die altijd heel rustig is. Maar op een bepaald moment ziet de auteur, die dan negen is, haar moeder een stapel waardevolle borden kapotgooien. Als die haar dochter ziet stopt ze met gooien en zegt ze: wil je een kopje thee? Dat is dus hoe vrouwen met woede omgaan, dacht ik toen. Ingehouden, stiekem.

„Boosheid wordt bij mannen heel anders gewaardeerd. Als mannen boos zijn, wordt dat als een heel normale uiting gezien. Dat heeft een soort status en een uitstraling van: ik ben de baas. En vrouwen worden juist als angstig ervaren. Of als heksen. Doordat vrouwen niet boos mogen worden van onze cultuur, wordt het misschien extra een machteloze aangelegenheid.”

Foto Lars van den Brink

Gorter zit nu in de „ongemakkelijke fase”, zegt ze, tussen werkklussen in. In het theater speelt ze de herneming van Revolutionary Road van regisseur Erik Whien, maar die heeft ze in 2017 ook al opgevoerd dus dat voelt anders. Ze heeft onlangs de opnames van het vijfde seizoen van Oogappels afgerond, en de operette De Dappere Soldaat die ze op toneel speelde, en waarvoor ze een Colombina won, een onderscheiding voor de beste beste vrouwelijke bijrol, is ook afgelopen. Er staan wel filmopnames gepland, maar nu nog niet. Ze voelt zich een beetje verloren. „En dan denk ik de hele tijd: kijk nou om je heen.”

Wat zie je dan?

„Ik heb de leukste kinderen, ik woon heel mooi, ik heb een hele leuke man. Maar ik ben toch onrustig. En zodra ik ergens induik, komt de levenslust. Revolutionary Road gaat over mensen die geen zingeving kunnen vinden. Ze worden overvallen door saaiheid, leegte, zinloosheid. Ze leven in een plaatje zonder inhoud. De hoofdrolspeelster wil emigreren, maar daar wordt ze natuurlijk ook niet gelukkig van. Haar man doet alsof hij veel grote dromen heeft, maar lijdt een angstig leven – hij durft helemaal niet weg. De onrust borrelt de hele tijd. Ik hoop dat mensen na de voorstelling gaan nadenken over hoe eerlijk ze zijn in hun relatie, en hoeveel ze op elkaar projecteren. We moeten wel zorgen dat er niet allemaal echtscheidingen komen. Ik denk dat er best veel mensen rondlopen die na de voorstelling naar hun partner kijken en denken: is dit het nou echt.”

IK VIND HET HEEL BELANGRIJK OM MET MENSEN TE WERKEN DIE HET BESTE WILLEN MAKEN

Het onderwerp van deze interviewreeks – wat het leven de moeite waard maakt – is iets waar Malou Gorter van nature al veel over nadenkt. „Vooral als het over mijn werk gaat. Ik merk dat ik altijd zoek naar iets dat verder gaat dan alleen maar ambitie, of de rol spelen. Ik wil me engageren met wat ik aan het doen ben.

„Wat je doet, moet je altijd met ambitie doen, vind ik. Ik heb toen ik jong was als schoonmaker gewerkt, en dat deed ik ook zo goed mogelijk. Dat zeg ik ook tegen mijn kinderen. Want als je je best niet doet is het gewoon stom. Dan haal je er geen voldoening uit. Ik heb er moeite mee als mensen de kantjes ervanaf lopen, of heel snel opgeven. Ik vind het heel belangrijk om met mensen samen te werken die het beste willen maken. Bij het Noord Nederlands Toneel zat dat heel erg in de research, dat vond de regisseur heel belangrijk. De regisseur van Revolutionary Road is tot in detail geïnteresseerd in de mens. En bij Steef de Jong van De Dappere Soldaat gaat het erom dat de verbeelding alle ruimte krijgt.

„Merel uit Oogappels is in het begin officier van justitie. Dan wil ik me verdiepen in wat dat dan is. Met vrouwen praten die dat zijn. Zo heb ik dat altijd graag gedaan. Bij het Noord Nederlands Toneel wilden we verhalen vertellen uit de samenleving. Voor Medea, over een moeder die haar kinderen vermoord, zijn we gaan onderzoeken hoe het kan dat vrouwen hun kinderen vermoorden, omdat het voor ons zo ondenkbaar was. We leerden dat bijna alle kindermoorden gebeuren in een psychose. Onze – gewaagde – conclusie was dat het vaak vanuit liefde was. Ze willen hun kind beschermen tegen het leed waarvoor ze zelf bang zijn. Ik vind het heel zinvol om me zo te verdiepen. Omdat het begrip ervoor dan enigszins kan bestaan, zodat het drama misschien wel voorkomen kan worden. Het is natuurlijk makkelijk om zoiets te veroordelen, die vrouwen weg te zetten als monsters. Maar het gebeurt, dus er zit iets onder.

Foto Lars van den Brink

„We hebben ook wel eens een voorstelling gemaakt over kindermishandeling en die speelden we voor mensen die met kinderen werken. Een heel bijzonder publiek. Veel moeders hadden nooit geleerd hoe het is om hun kind op te voeden. Ik weet hoe het is om kinderen op te voeden, en hoe moeilijk het kan zijn en hoe wanhopig je je kan voelen. Als dat doorslaat naar echt wanhoop dan heb ik daar wel begrip voor. Veel mensen die mishandelen zijn zelf mishandeld. Ze hebben een verstoorde vorm van liefde gekregen. Als ze zelf kinderen krijgen willen ze het zo graag anders doen. Maar een kind is nooit dankbaar. En zo moet het ook. Maar die kinderen kunnen ook hun drift op jou botvieren. Al hun moeilijke gevoelens moeten ze kunnen botvieren. Die ouders denken: ik doe alles om jou wel liefde te geven, maar ik krijg helemaal niks.”

Een paar dagen later bellen we nog even. Gorter is net de stuurhut van haar woonboot aan het schuren. De vijfde laag verf gaat erop, hierna nog één. „We hebben veel over zingeving gepraat”, zegt ze, „maar over klusjes op de boot heb ik het nog niet gehad.” Die doet ze graag omdat het ruimte geeft om te reflecteren. „Je bent bezig met je handen en hebt je hoofd vrij om na te denken.”

De menselijke behoefte aan spullen is een onderwerp dat de laatste tijd veel door haar gedachten spookt. „Toen mijn vriend en ik echt volwassen werden en kinderen kregen, wilden we bijvoorbeeld een mooi koffiezetapparaat. En die koffie is echt heerlijk hoor. Maar is het nou belangrijk? Het leven wordt toch niet beter met die koffie? Als deze stukgaat, moeten we misschien weer gewoon ouderwets een percolator nemen. Als we met zijn allen een stuk minder spullen aanschaffen, verlenen we het klimaat uiteindelijk een gunst. En het met minder doen kan ons persoonlijk een nieuw soort geluk geven.”

Omwille van het klimaat en de wereld probeert Gorter minder spullen aan te schaffen. Voor haar verjaardag vroeg ze aan haar bijna volwassen kinderen of ze zelf iets wilden maken. Sinds een paar maanden is ze angstiger geworden voor klimaatverandering, en wat de toekomst zal brengen. Dat komt onder meer doordat de boodschap van actiebeweging Extinction Rebellion bij haar resoneert, zegt ze, maar ook door een toneelstuk van Anoek Nuyens over Tata Steel dat ze bezocht. „In dat toneelstuk wordt op een dag de premier van het land ‘wakker’. Hij zegt: als we willen dat de mensheid blijft bestaan, moeten we samen een heel groot gebaar maken.” De premier treft rigoureuze maatregelen om het klimaat te redden. „Toen ik dat zag realiseerde ik me dat we zo iemand in Nederland nodig hebben. Het ontroerde me verschrikkelijk. Ik kreeg er toch ook een beetje hoop van.”

Op 21 juni speelt het toneelstuk Revolutionary Road in het Chassé Theater in Breda en op 24 en 25 juni in Carré in Amsterdam.